Blog Image
Annie Leibovitz in Londense Portrait Gallery (foto Bert Danckaert)

Klik hier voor meer teksten van Bert Danckaert

Glamourfotografe geeft zich bloot

Annie Leibovitz (Connecticut, 1949) maakt al bijna 40 jaar foto’s van de celebrities van deze wereld. Aanvankelijk voor het magazine Rolling Stone, later volgden Vanity Fair en Vogue. Hoewel haar foto’s maatschappijbevestigend, kritiekloos en glad zijn, behoren ze tot het kruim van de actuele beeldcultuur en hebben ze ontegensprekelijk een grote impact op de beeldvorming en geschiedschrijving van onze tijd.

Wie kent er niet de foto van de naakte John Lennon in foetushouding aangeschurkt tegen Yoko Ono of het beeld van Whoopi Goldberg in een ligbad vol melk? Ook de Vanity Fair cover van de hoogzwangere – en toenmalige vrouw van Bruce Willis – Demi Moore kan u moeilijk ontgaan zijn, het icoon maakte zowel Moore, Leibovitz áls Vanity Fair onsterfelijk; de oplage piekte van 800.000 naar meer dan een miljoen verkochte nummers. Het is duidelijk dat Leibovitz in dienst werkt van het establishment en de commercie. Toch toont de alom geprezen fotografe zich in de tentoonstelling ‘A Photographer’s Life, 1990-2005’ ook van een meer kwetsbare kant met een selectie privéfoto’s van haar ouders, kinderen en levenspartner Susan Sontag. Twee haast niet te combineren werelden – die van de uiterst gecontroleerde tableaus en die van de spontane getuigenis van haar persoonlijke leven – vallen samen in de expo. Of zoals Leibovitz het zelf stelt: “I don’t have two lives. This is one life, and the personal pictures and the assignment work are all part of it.”

Autovenster

Als kind was Annie vaak ‘on the road’ met de familie Leibovitz, haar vader was militair en werd van kazerne tot kazerne verplaatst. Door het venster van de auto zag ze de wereld voorbijglijden. Zo ervoer ze de werkelijkheid afgebakend door een kader. Het zou haar verdere leven bepalen. Als jonge fotografe keek ze aandachtig naar het werk van de grootmeesters van de straatfotografie. Van Cartier-Bresson leerde ze het beeld structureren terwijl Robert Frank Leibovitz attent maakte op het autobiografische standpunt. In 1970 kwam ze terecht bij het pas opgerichte blad Rolling Stone waar ze meteen grote kansen kreeg. Ze maakte onder meer portretten van Jonh Lennon of volgde een tour van de Rolling Stones (en hield er een drugverslaving aan over waarvoor ze in behandeling ging in een afkickcentrum). Ze volgde de vredesbeweging en het aftreden van president Nixon. Vanaf 1973 werd ze chef fotografie van het blad en toen ze in 1983 haar overstap maakte naar Vanity Fair had ze niet minder dan 142 covers op haar naam staan. Gaandeweg werd haar stijl meer gecontroleerd en werkte ze in kleur, met artificieel licht, omringd door een leger van stillisten en decorateurs.

Intiem

De expo in de Portrait Gallery slaat heel die vroege periode over en begint in 1990, vanaf de befaamde cover van Demi Moore. Over de eerste twee decennia verscheen immers al een retrospectieve publicatie ‘Photographs Annie Leibovitz 1970-1990’. Het grote verschil met die eerste retrospectieve is dat Leibovitz nu een ruime selectie persoonlijke foto’s aan het opdrachtenwerk toevoegde. Zo krijg je op de tentoonstelling een bizarre mix van foto’s van presidenten (Bill Clinton, George W. Bush), acteurs (Leonardo DiCaprio, Brad Pitt,…), kunstenaars (Matthew Barney, Cindy Sherman, …) en daartussen meestal klein afgedrukte zwart-witfoto’s van Leibovitz ouders, haar drie kinderen en indringende foto’s die haar relatie met Susan Sontag belichten. In de privéfoto’s zijn we getuige van luchtige en zware momenten. We zien de aftakeling en dood van haar vader in 2005 en ook heel wat beelden van Susan Sontag die sinds de jaren ’90 aan kanker leed en uiteindelijk stierf in 2004. In tegenstelling tot de kille tot-eer-en-glorie-statieportretten van de ontelbare beroemdheden krijgen we hier inzicht in de meest intieme kring rond de fotografe. We zien Sontag in bad of op het bed, haar geamputeerde borst amper verhullend. Eén foto werd door Susan Sontag gemaakt: ze toont de zwangere Leibovitz, haar borsten zijn gezwollen, ze heeft cellulitis op het achterwerk. Alle schoonmaakoperaties blijven hier achterwege, het is alsof Leibovotz met deze ‘late-carreer-retrospective’ wil tonen dat er onder het pantser van de glamourfotografe een kwetsbaar leven zit en dat er door haar aderen geen siliconen maar echt bloed stroomt.

Allemaal beelden

Toch zullen we Annie Leibovitz blijven herinneren als de Edward Steichen van haar tijd: op en top professioneel maar te reactionair om potten te breken. Haar werk sluit perfect aan bij hofschilders als Velázquez, Rubens of Van Dijck; ook zij moesten het moeilijke evenwicht bewaren tussen artistieke consequentie én het ego bevestigen van de opdrachtgever van wie ze financieel afhankelijk waren. Het grote verschil is dat de kunst zich vandaag heeft losgemaakt van kerk en staat en in zogenaamde vrijheid rondtolt in haar eigen autonomie – of reservaat. Terwijl andere beeldenmakers – vaak door kunstenaars met de nek aangekeken – ter ondersteuning werken van producten, imago’s of magazines. Het is zeer de vraag of de sociologische iconografen uit pakweg het jaar 2500 enig onderscheid zullen maken wanneer zij de uiteenlopende beelden uit de 21ste eeuw aan hun onderzoek onderwerpen.

Bert DANCKAERT

‘Annie Leibovitz: A Photographer’s Life, 1990-2005’ loopt tot 1 februari 2009 in de National Portrait Gallery, St Martin’s Place London. Alle dagen open van 10 tot 18u, op donderdag en vrijdag tot 21 uur. Toegang 14/11,5 euro.

Met dank aan www.eurostar.com