Het gezicht van de (on)sterfelijkheid
In de gezellige badstad waar frigoboxtoeristen geweerd en shoppende cultuurconsumenten omhelsd worden, loopt momenteel het 33ste Fotofestival Knokke-Heist. Vorige edities waren niet altijd even sterk wegens te populistisch of te veel aandacht voor de lokale reactionaire fotoclubs. Sinds enkele jaren probeert curator Christophe De Jaeger het nagenoeg onmogelijke evenwicht te vinden tussen licht verteerbare toeristencultuur en kwalitatieve statements. Met ‘Future Portraits’ slaagt De Jaeger alvast verrassend in zijn opzet.
Het festival plaatst het klassieke thema van het portret – in een tijdperk van virtualiteit en geavanceerde technologie – centraal. Theatraliteit, performance en pose zijn andere constanten. De belangrijkste tentoonstellingen zijn van de Amerikaanse avant-garde kunstenaar Robert Wilson, de Franse Valérie Belin, performance kunstenaar Jürgen Klauke en het weerbarstige werk van landgenoot Marc Trivier.
Incest
Robert Wilson (VS, 1941) is vooral bekend als avant-garde theatermaker die sinds de jaren 70 talrijke theaterstukken en opera’s regisseerde. Hij werkte o.m. samen met Philip Glass, William Borroughs, Tom Waits, Lou Reed en Allen Ginsberg. Sinds 2004 maakte Wilson een reeks high definition videoportretten die op flatscreens in het tentoonstellingspaviljoen getoond worden. Het zijn theatraal geënsceneerde portretten, telkens voorzien van een geluidsband. De geportretteerden zijn vooral bekende acteurs zoals Brad Pitt, Richard Dreyfus of Jeanne Moreau. Meestal bewegen de figuren amper en zien we slechts beweging in hun ademhaling of het knipperen van de ogen. Door de beelden in loop te monteren lopen ze als het ware eeuwigdurend voort en hebben ze begin noch einde.
De werken zitten ook vol verwijzingen naar klassieke schilderkunst, fotografie en cinema. Zo zien we bijvoorbeeld Johnny Depp in exact dezelfde pose als het alter ego Rrose Sélavy van Marcel Duchamp, in de bekende foto van Man Ray. Net zo poseert Isabelle Huppert als Greta Garbo uit het befaamde beeld van Edward Steichen. Jammer genoeg is het niet altijd even duidelijk waarom Wilson net met personaliteiten werkt en waarom hij al deze (postmoderne) verwijzingen nodig heeft. Het heeft er meer de schijn van dat de kunstenaar verwikkeld is in een incestueus spel van en met de arty jetset. Alles is technisch en intellectueel zorgvuldig verpakt, maar er lijkt te weinig inhoudelijk fundament met een vrijblijvend resultaat als gevolg.
Barbie
Valérie Belin (Frankrijk, 1964) portretteerde etalagepoppen in zwart-wit en op groot formaat. Het zijn poppen die gemodelleerd werden op basis van echte fotomodellen, een soort driedimensionale foto’s dus. Belin nam de poppen mee naar haar studio en maakte er foto’s van die er verbazend echt uitzien. Je zou denken dat hier in de postproductie heel wat beeldbewerking aan te pas is gekomen, toch zijn deze portretten zuivere registraties van overgeïdealiseerde personen, opgebouwd uit plastic, als een Barbiepop. Wat verderop hangen foto’s die het omgekeerde genereren: portretten van echte mannequins die er door hun lege blik, maquillage en vooral fotografische benadering uitzien als plastic poppen. Een foto van een krampachtige look-alike van Michael Jackson en een opname van een Frankenstein masker maken dit theater van de avatar – of de geïdealiseerde persoon ter vervanging van ons saaie en onvolmaakte zelf – compleet.
De Duitse kunstenaar Jürgen Klauke (1943) is vooral bekend voor de performances die hij ondermeer op Documenta bracht. Fotografische documenten waren het enige residu van die tijdelijke werken. Voor de reeks ‘Asthetische Paranoia’, die op het festival wordt getoond, nam de performance plaats zonder publiek en ten behoeve van het beeld. Het resultaat zijn zwaarwichtige zwart-wit beelden over existentiële vervreemding en de aanvaring met individu en instituut.
Sterfelijk
Sluitstuk van ‘Future Portraits’ zijn de foto’s van de Belg Marc Trivier (1960). In de jaren 80 fotografeerde Trivier een reeks intellectuelen zoals Francis Bacon, Samuel Beckett of Tadeusz Kantor. Hij wisselt die opnamen af met foto’s van slachterijen en enkele beelden van mensen met een mentale handicap (die naadloos overgaan in de beelden van de intellectuelen). De kloof tussen genie en hulpbehoevende blijkt kleiner dan we dachten. Ook Robert Wilson komt voor op een van de foto’s van Marc Trivier, wat de cirkel van dit festival enigszins rond maakt. Via dramatische ensceneringen, fictieve alter ego’s en uitgeholde mannequins komen we terug bij waar alles begint en eindigt: bij de sterfelijke mens met zijn tekorten en zwakten, of die nu een gevierd acteur is of met een mentale handicap in een instelling verblijft.
Met ‘Future Portraits’ heeft Fotofestival Knokke-Heist één van de sterkste edities van de afgelopen jaren gemaakt. Naast de hoofdtentoonstellingen is er onder de titel ‘The Green Room’ een geslaagde presentatie met werk van verschillende Vlaamse en Waalse foto-opleidingen. Johan De Vos selecteerde een reeks strandfoto’s van het bedrijf Photo Hall, gemaakt tussen 1933 en 1980. Ook heel wat galeries van Knokke sluiten aan bij het festival en brengen fotografisch werk. Vanaf 15 mei vervoegt World Press Photo zich tot het festival met een selectie van de (zogenaamd) beste persfoto’s van het afgelopen jaar.
Bert DANCKAERT
Fotofestival van Knokke-Heist tot 13 juni op verschillende locaties. Open ma-zo van 10-19u. Alle info www.fotofestival.be
© Valérie Belin. Courtesy Galerie Jerome de Noirmont, Paris