Onmacht
van het almachtige beeld

Door het Antwerps
fotomuseum waait al een tijdje een frisse wind. Drie nieuwe tentoonstellingen
brengen voor elk wat wils én kwaliteit die tot reflectie stemt. Een
evenwichtsoefening waar menig tentoonstellingsmaker zijn tanden op stuk bijt.
Bovendien is – met de woelige politieke tijd waarin we leven – het project van
Broomberg & Chanarin een statement van belang.

Op de eerste verdieping
wordt het bekende debuut van de Nederlandse fotograaf Ed van der Elsken, ‘Een
liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés’ uit 1956 in herinnering gebracht. Dit vernieuwende werk
– dat tot stand kwam tijdens een langdurig verblijf tussen bohemiens in het
Parijs van de jaren 50 – is verrassend actueel door het paradoxale vermengen
van een autobiografisch standpunt én een fictief narratief over de Mexicaan
Manuel en diens onbeantwoorde liefde voor een zeker Ann. In werkelijkheid gaat
het verhaal over van der Elsken zelf en over zijn muze Vali Myers. Bovenal is
het een donker verhaal over het naoorlogse existentiële klimaat.

Op de vierde verdieping
wordt het werk van de Japanse Rinko Kawauchi (1972) getoond. Poëtische flarden
van het alledaagse leven worden symbolische evocaties over de grote vragen
zoals leven en dood, de natuurelementen of het vergankelijke. Meer recent
maakte ze een serie over het verbranden van de aarde waarbij het oude
ingewisseld wordt voor het nieuwe. Opnieuw staat de levenscyclus centraal.

Indoctrinatie

Op de tweede verdieping
is er een verpletterend overzicht te zien van het werk dat het
Brits-Zuid-Afrikaanse duo Broomberg & Chanarin de afgelopen zeventien jaar
maakte. Hun conceptuele werk vertrekt van de alomtegenwoordigheid van de foto
in onze gemediatiseerde samenleving en de manier waarop het beeld protagonist
is in een complex verhaal over macht, politiek, geschiedenis en indoctrinatie.
De tentoonstelling begint niet voor niets met een uitvergroot beeld van een
Rorsach test die het duo vond in een psychiatrische kliniek op Cuba. Meteen
wordt de toeschouwer met de neus gedrukt op wat het beeld aanreikt en vooral wat
we er in projecteren en hoe die projectie het gevolg is van onze individuele
geschiedenis én de tijd waarin we leven. Een complex verhaal dus en veel van de
beeldende (de)constructies die Broomberg & Chanarin ons voorschotelen
worden daardoor erg cryptisch. Gelukkig is er een boekje dat de bezoeker aan
het begin van de tentoonstelling kan meenemen waarin ieder werk en zijn oorsprong
en betekenis geduid wordt. Het beeld spreekt hier dus niet ‘voor zich’ maar
manifesteert zich als een ingewikkelde code waarbij de verklaring als sleutel
en hulpmiddel werkt.
Een constante doorheen de werken is een politiek bewustzijn met als enige
stellingname het ontrafelen van machtsstructuren en het blootleggen van onrecht
en onmacht.

Racistisch

In 2000 kwam ‘Portrait
of Hutu and Tutsi’ tot stand. Een reclameschilder die in een vluchtelingenkamp
verbleef ten gevolge van de genocide van 1994 in Rwanda kreeg van het duo de
opdracht twee portretten te schilderen: één van een Hutu en één van een Tutsi.
Het resultaat zijn twee acrylwerkjes op paneel die alle etnische stereotypen in
zich dragen en de onmogelijkheid om onbevooroordeeld ‘de ander’ af te beelden
in het licht van de gruwelijke geschiedenis.
Wat verder is een monumentale uitvergroting van een testbeeld van fotomodel
Shirley te zien dat de firma Kodak verspreidde aan labo’s over heel de wereld
als visuele referentie hoe – op de toen in opmars zijnde kleurafdrukken – de
blanke huid het best afgebeeld werd. Toen de segregatie op scholen werd
afgeschaft ontstond echter een probleem bij het maken van klasfoto’s: de
standaard voor de blanke huid bleek niet op te gaan voor die van zwarte
klasgenootjes die compleet in de onderbelichting verdwenen. Precies om die
reden weigerde Jean-Luc Godard in 1977 – voor een opdracht in Mozambique –
Kodak film te gebruiken omdat die ofwel onderbelichte zwarten als gevolg had
ofwel overbelichte blanken. De onbelichte film was dus intrinsiek ‘racistisch’.
Voor Broomberg & Chanarin aanleiding om precies met deze film aan de slag
te gaan voor een project in Gabon.

War
on terror

Een belangrijk
hoofdstuk van deze expo wordt ingenomen door een presentatie van het
boekproject ‘War Primer 2’ (2012) dat gebaseerd is op een publicatie van
Berthold Brecht uit 1955. In ‘Kriegsfibel’ toonde Brecht zijn onvrede ten
aanzien van de bevestigende rol die fotografie speelde in de beeldvorming en de
politieke economie van het kapitalisme. ‘War Primer’ van Brecht toont een
selectie mediabeelden van de tweede wereldoorlog voorzien van korte gedichten.
Broomberg & Chanarin interpreteerden de publicatie door die als ‘drager’ te
gebruiken en op de oorspronkelijke uitgave internetbeelden van de actuele
geschiedenis van ‘war on terror’ aan te brengen, beginnend bij de aanslagen van
9/11 tot de executie van Osama Bin Laden. Flarden van de onderliggende beelden
van WOII blijven zichtbaar en ook de gedichten bleven integraal behouden
terwijl geschiedenissen als in een cocktail worden gemengd. Beelden worden niet
ingezet om te tonen maar om te indoctrineren, dat was 70 jaar geleden niet
anders dan nu.
De tentoonstelling biedt voor het eerst een overzicht van de vele politiek
geïnspireerde projecten van Broomberg & Chanarin waarbij macht én onmacht
van het beeld genuanceerd en intelligent ontbeend wordt. Het vraagt tijd en
engagement om de expo te lezen en de cryptische ‘hiëroglyfen’ te ontcijferen.
In een tijd waarin het beeld meer dan ooit gebruikt wordt ter ondersteuning van
al dan niet gevaarlijke politieke praktijken, is deze expo een belangrijk statement
zonder te moraliseren of in enig propagandisme te vervallen.

Bert DANCKAERT

‘Everthing was
Beautiful and Nothing Hurt’ van Broomberg & Chanarin en de expo’s van Ed van
der Elsken en Rinko Kawauchi tot 8 juni in Fotomuseum Antwerpen, Waalsekaai 47,
Antwerpen. Open di – zo van 10 tot 18u, toegang 3/6/8 euro. www.fotomuseum.be


Broomberg & Chanarin: testbeeld van fotomodel ‘Shirley’ van de firma Kodak.