Klik hier voor meer fototeksten van Bert Danckaert
Fotofeest van ‘hoge’ en ‘lage’ kunst
Met de editie 2009 van het Internationaal Fotofestival van Knokke-Heist willen de organisatoren een nieuwe weg inslaan. In plaats van te kiezen voor de populistische beeldcultuur die we op vorige edities overvloedig voorgeschoteld kregen, werd samenwerking gezocht met gereputeerde curatoren uit binnen- en buitenland om het niveau op te krikken. Naast een ruim gamma van tentoonstellingen, worden lezingen, symposia en cursussen georganiseerd. Terwijl enerzijds de lat opmerkelijk hoog werd gelegd, blijven anderzijds de (lokale) fotoclubs ruim vertegenwoordigd waardoor een gevaarlijke kloof ontstaat tussen de zogenaamd hogere en lagere cultuur.
Het Internationaal Fotofestival van Knokke-Heist is ontstaan uit een wedstrijd voor de beste humorfoto als onderdeel van het cartoonfestival. 1979 was het. Van digitale fotografie was er nog geen sprake, evenmin van de fotomusea van Antwerpen of Charleroi. Het Vlaamse land was nog bezaaid met donkere kamers en in de talrijke fotoclubs kwamen vooral mannen samen die jassen droegen met wel honderd zakjes om er in de zoemende warmte van de projector naar mekaars kleurendia’s te kijken. De wereld is veranderd. Dia’s werden jpg’s, donkere kamers computerschermen en projectoren veranderden in beamers.
Carrousel
Met een knipoog naar de diaprojector in de huiskamer of lokale fotokring werd de centrale expo ‘Still / Moving / Still’ opgezet. De Duitse curator Marc Glöde selecteerde tientallen actuele en historische kunstenaars die de diaprojectie als medium gebruik(t)en. Glöde is filmwetenschapper, curator en criticus. Hij is sinds 2001 co-directeur van het Wild Walls festival (Berlijn, Los Angeles, Londen en New York) en is verantwoordelijk voor de filmprogrammatie van Art Basel. Met Glöde haalde het Internationaal Fotofestival van Knokke-Heist een zwaargewicht in huis die een complexe maar intelligente tentoonstelling uitbouwde, verspreid over twee locaties.
In cc Scharpoord is de tentoonstelling opgebouwd tussen het werk ‘1969-2005’ van Billy Sullivan en het recente werk ‘Homer’ van Pablo Pijnappel. Op drie schermen bouwt Sullivan een beeldend narratief dat door muziek wordt ondersteund. Het autobiografische karakter doet sterk denken aan de slideshows van Nan Goldin. Pablo Pijnappel combineert in zijn installatie ook drie diaprojecties met geluid maar hier gaat het over een gesproken verhaal. Literatuur wordt uitgespeeld tegenover het beeld waardoor juist de onmogelijkheid van de foto als narratief wordt onderlijnd. Terwijl we het verhaal horen, zien we beelden van een stad of een besneeuwd landschap. De tekst vertelt terwijl de foto beschrijft.
Tussen deze twee uitersten loopt de expo o.m. langs historisch werk van Denis Oppenheim. Het werk ‘Sleeping Dog / Dead Dog’ toont op vier schermen telkens een foto van een liggende hond. Een droge stem zegt achtereenvolgens ‘Sleeping Dog’ of ‘Dead Dog’. Taal beïnvloedt het beeld in dit werk over context en betekenis. Wat verder staat de bescheiden dia-installatie van Anthony McCall ‘Miniature in Black and White’ uit 1972. Heel snel verschijnen en verdwijnen felle lichtbeelden op klein formaat tegen een matglas. Nabeelden, herinnering en herkenning zijn de constanten in dit kleine bombardement op het netvlies.
De Duitse kunstenaar Mischa Kuball gebruikt de diaprojector dan weer om abstracte geometrische patronen als lichtvlekken op de wand te laten verschijnen. Het luik van ‘Still / Moving / Still’ in cc Scharpoord is kleiner, gevarieerder en daarom makkelijker verteerbaar dan het vervolg van deze expo in de Lagunahal waar de veelheid aan flitsende en draaiende carrousels op de duur veel van de toeschouwer vergt. Toch zijn ook hier een aantal pareltjes en historische schatten te ontdekken. Denk maar aan het bekende ‘Homes for America’ van Dan Graham uit 1966 of het subtiel absurdistische werk ‘Light Switch’ van Ceal Floyer: in een hoekje van de expo staat een projector tegen de wand en projecteert op ware grootte een lichtschakelaar. Het maakt meteen duidelijk hoe efemeer al deze projecties en installaties zijn, ontastbaar licht, een illusie en eens de projector uitgeschakeld, blijft er niets over.
Speedboten
Totaal onbegrijpelijk is dat deze diepgravende expo op hoog internationaal niveau doorloopt in de ruimtes die voor de lokale fotoamateurs werden voorzien. In cc Scharpoord is dat de benedenverdieping waar de expo Photo View loopt met een overzicht van fotografische clichés en flauwe imitaties. In de Lagunahal is het zo mogelijk nog erger met de expo Diagonaal. Wanneer je verdwaasd van de enorme hoeveelheid diaprojecties van ‘Still / Moving / Still’ komt, word je getrakteerd op enkele fraaie natuuropnamen of kleurrijke beelden van speedboten. Guillaume Bijl had het niet mooier kunnen bedenken, helaas betreft het hier geen concept maar een organisatorische vergissing (compromis?). Het spreekt voor zich dat de lokale amateurs een plek verdienen op dit festival, maar wat je draait uit een kauwgomballenbak leg je ook niet naast het goud van de juwelenwinkel. Daar bewijs je beide partijen – en zeker de toeschouwer – geen dienst mee. Bovendien valt er in het amateurcircuit veel meer kwaliteit te destilleren dan wat hier gesuggereerd wordt. Slechts hier en daar springt er een werk uit zoals de foto uit een serie over de Joodse gemeenschap van Dan Zollmann, de mensen achter het matte glas van bushokjes van Danny Breckpot, het Aral tankstation bij nacht van Sus Bogaert of de gesloten vakantiehuisjes uit de serie ‘Off-Season’ van Felix Timmermans. Het was wellicht een beter idee geweest om de sterke expo van Glöde in één ruimte te tonen en een betere selectie van amateurs in de andere.
Fotosoepje
Ook in cc Scharpoord loopt ‘Texte et Photos’ over de foto’s van Marcel Broodthaers (1924-1976). Dit luik valt mee onder de paraplu van het andere kustfestival, Beaufort 03. In samenwerking met de weduwe van Broodthaers, Maria Gilissen, werd een aantal foto’s geselecteerd en aangevuld met krantenartikels, handgeschreven teksten, notities en objecten. Broodthaers werkte in de jaren ’50-’60 als journalist voor kranten en tijdschriften en maakte vaak zelf de foto’s bij zijn stukken. Ook portretteerde hij vooraanstaande kunstenaars uit zijn tijd zoals René Magritte, Pol Bury, Rik Poot of Ossip Zadkine. Ook Broodthaers’ bekende fotowerk ‘La Soupe de Daguèrre’ uit 1975 is er te zien. 12 schreeuwlelijke kleurenfoto’s tonen diverse soorten groenten en vis als basisingrediënten voor een bizar fotosoepje. Er zijn foto’s van betogingen tegen de Amerikaanse bezetting in Vietnam te zien, beelden uit de verschillende steden waar de kunstenaar verbleef, opnamen van dieren of van een ballonvaart te Vilvoorde in 1957. Deze expo is een belangrijke toevoeging aan de biografie van één van de belangrijkste Belgische kunstenaars van de tweede helft van de 20ste eeuw. Voor de achteloze bezoeker die niet vertrouwd is met het werk van Broodthaers zal het bezoek aan deze tentoonstelling op zijn minst een vreemde ervaring zijn.
Veronica’s
Bij de watertoren van Duinbergen maakte curator en medewerker van dit blad, Erik Eelbode de tentoonstelling ‘Veronica’s’. De expo is een eerbetoon aan fototheoreticus Dirk Lauwaert. Veronica (afgeleid van vera ikon, een ‘waar’ of ‘echt’ beeld) wiste – volgens het apocriefe verhaal – het gelaat van Jezus af op zijn lijdensweg naar Golgotha. De afdruk ervan zou op de wade bewaard gebleven zijn. Zo ontstond meteen één van de scheppingsmythes van het fotografische beeld. Net zoals Veronica nooit bestaan heeft, is de zoektocht naar ‘echte’ beelden een op voorhand verloren zaak. Toch doet Eelbode een poging en brengt werk samen van Dominique Somers, Dirk Braeckman, Craigie Horsfield, Martin Arnold, Elias Grootaers, Marc Trivier en een verzameling stille filmfragmenten uit een lezing van Dirk Lauwaert. Wat deze beelden met elkaar gemeen hebben, is dat ze afstand nemen van de foto als momentopname en de uitdrukking zijn van de verwerking van een langdurig tijdsverloop. Een ontdekking op deze expo is de documentaire filminstallatie van Elias Grootaers over illegalen in de haven van Zeebrugge.
Zwin
In samenwerking met FotoMuseum Antwerpen stelde Inge Henneman de tentoonstelling ‘Aangespoeld / Washed Ashore’ samen met werk van twee jonge Belgische fotografen Ben Van den Berghe (1985) en Glenn Geerinck (1984). De expo loopt in het Museum van de Zwinstreek en neemt het natuurgebied als uitgangspunt. Beide fotografen gaan om met heden en verleden wat zich uit in een analyse van architectuur en landschap waarin de (oude) duiven- en (actuele) golfsport een prominente rol speelt. Op een van de foto’s zien we de rand van Knokke-Heist, waar de cultuur overgaat in het duinlandschap. Een golfwagentje staat geparkeerd onderaan het beeld dat bij nader inzicht honderden witte golfballetjes verbergt, wellicht verloren geslagen tijdens het beoefenen van deze steeds populairder wordende elitesport. Een ander mooi werk bestaat uit een scherm dat in de wand van de expo is ingewerkt en toont een film van vier duiven in een kistje, geplaatst in de koffer van een auto. Het is een haast stilstaande film over een verdwijnende hobbycultuur.
Verder zijn er op het festival tal van kleinere presentaties in de plaatselijke galeries en het project ‘Photocity’ met werk van jonge kunstenaars op verschillende locaties. Vanaf 10 mei komt World Press Photo het fotofeest vervolmaken.
Bert DANCKAERT
Het Internationaal Fotofestival van Knokke-Heist loopt tot 7 juni op verschillende locaties. Dagelijks open van 10 tot 19u (op zondag 7 juni zijn de tentoonstellingen in cc Scharpoord enkel geopend van 14 tot 19u). Tickets zijn verkrijgbaar voor 8 euro in cc Scharpoord, Meerlaan 32, Knokke-Heist. Combiticket Fotofestival – Beaufort 03: 10 euro. Alle info: www.fotofestival.be