Blog Image

WILDPLAKKEN

Blog

Op deze pagina's vind je nieuws over fotograaf Bert Danckaert. Hier worden zijn fotografieteksten, o.m. geschreven voor <H>ART tussen 2005 en 2018 gepubliceerd.
Daarnaast word je geïnformeerd over tentoonstellingen, publicaties en fenomenale randverschijnselen uit de wondere wereld van de fotografie.

Lees hier de teksten verschenen in De Tijd tussen 1999 en 2005

Lees hier de teksten verschenen in <H>ART tussen 2006 en 2010

Interview met Götz Diergarten

Fototeksten Posted on zo, oktober 10, 2010 21:28:18

Over strandcabines en andere façades

Van de Duitse fotograaf Götz Diergarten (1972, Mannheim) kwam onlangs een monografie uit bij uitgeverij Hatje Cantz. Een overzicht van zijn werk wordt momenteel getoond in het Weserburg Museum für Moderne Kunst te Bremen (D). Diergarten studeerde aan de befaamde kunstacademie van Düsseldorf bij Bernd Becher (1931-2007) die zijn stempel drukte op een hele generatie actuele fotografen. Wij zochten Diergarten op voor een gesprek over typologieën, formalisme en de leermeester van de ‘Becher Schule’.

Wat deed je besluiten om als beginnend fotograaf bij Bernd Becher te gaan studeren?

Götz Diergarten: Aan het einde van mijn humaniorastudies verbleef ik een half jaar in een klein stadje in Californië waar ik een cursus fotografie volgde. De leraar van die cursus stimuleerde me verder te gaan met fotografie. Ik wilde geen toegepaste of commerciële fotografie volgen dus kwam ik uit bij de kunstacademies. In 1991 zag ik in Düsseldorf de tentoonstelling ‘Aus der Distanz’, een groepstentoonstelling van Bernd & Hilla Becher samen met een aantal oud-studenten. Wat ook meegenomen was: voor de toelatingsproef in de academie van Düsseldorf moest ik geen tekenproef afleggen maar alleen een portfolio met foto’s voorleggen. In 1992 besloot ik me in te schrijven in Düsseldorf.

Hoe groot was de invloed van Bernd Becher op je werk?

Diergarten: Het was veeleer de kwaliteit en de kracht van het werk van Bernd en Hilla Becher die een stempel drukte dan de pedagoog in Bernd Becher. Om eerlijk te zijn: hij was niet zo vaak op de academie. Als we hem wilden zien, moesten we ’s morgens vroeg bellen voor een afspraak. Anders was de kans groot dat hij er op uitgetrokken was om foto’s te maken van één of andere watertoren of koolmijn.
De invloed van de Bechers is heel zichtbaar in mijn werk. Toch zoek ik in mijn beelden naar een heel andere impact. Ik maak mijn foto’s in hetzelfde diffuse en zachte licht als zij. Maar waar de Bechers op zoek gingen naar de sculpturale kwaliteiten van een industriële site of gebouw, ben ik meer geïnteresseerd in de manier waarop banale façades dezelfde impact kunnen hebben als een schilderij.
Wat we zeker gemeen hebben is het werken met typologieën om zo het bijzondere – of beter – het individuele in het uniforme te onderlijnen. Wanneer je je foto’s reduceert tot een groep typologische en gelijklopende beelden, wordt ieder afzonderlijk beeld er sterker van omdat er een vergelijkende blik tussen dingen en objecten ontstaat.

‘Foto’s met de impact van een schilderij’, het klinkt bijna als in de dagen van het picturalisme…

Diergarten: De impact die ik zoek is ‘immanent’ en geen artificiële toevoeging zoals in de tijd van het picturalisme. Ik voeg niets toe of manipuleer niet nadat de foto is gemaakt. Ik tracht tot een ander niveau van abstractie te komen door alledaagse onderwerpen te selecteren en die te benaderen volgens de bekende regels van compositie, kleur en vorm. Ik ben niet geïnteresseerd in sensationele architectuur of schitterende landschappen. Het is voor mij omgekeerd evenredig: hoe minder treffend en minder bijzonder het beeld, des te hoger het niveau van abstractie.

Over manipuleren gesproken: sinds kort ben je ook overgeschakeld van analoge naar digitale fotografie. Heeft dat veel veranderd?

Diergarten: Neen, niet echt. Ik sta erg argwanend tegenover de eindeloze mogelijkheden van de postproductie. Tegenwoordig bieden zelfs de kleinste amateurcamera’s allerhande tools om tijdens het fotograferen bepaalde kleuren extra te accentueren en andere te desatureren. De eigenaars van die camera’s ervaren dat als extra creatieve mogelijkheden. Maar volgens mij ze verwarren creativiteit met virtuositeit.

Wat is voor jou het belangrijkste: wát je fotografeert (een strandcabine, een metrostation, …) of de manier waarop het werd gefotografeerd?Heeft het zelfs belang wát je fotografeert?

Diergarten: Mijn foto’s hebben één ding gemeen: ik zoek steeds ‘beeld-dragers’ in banale architectuur. Op die manier kan het bijna alles zijn, behalve spectaculaire of ‘interessante’ architectuur. Hoe minder aandacht er is gespendeerd aan dat soort objecten, hoe meer ze aan beeldende kracht winnen wanneer ze uit hun context worden geïsoleerd. Het gaat dus niet over de onderwerpen op zich maar over een zeker formalisme dat uitgespeeld wordt tegenover het sociologische aspect.

Hoe zie je die documentaire laag in het werk van Bernd en Hilla Becher?In interviews weidden ze vaak lang uit over industrieel erfgoed terwijl ze kunsthistorisch vooral als conceptuele kunstenaars gezien worden.

Diergarten: Het is zelfs zo dat door de persoonlijke interesse en betrokkenheid van de Bechers volledige industriële sites zoals de Völklinger Hütte nu als werelderfgoed beschermd worden. De Bechers konden je overladen met technische beschrijvingen of je de trans-Atlantische verschillen van koolmijnen uitleggen. Toch was er ook altijd een abstracte laag in hun werk. Hun eerste boek heette dan ook ‘Anonymous Sculptures’ en ze ontvingen de Gouden Leeuw van Venetië voor hun ‘sculpturaal werk’. Zo zie je dat vorm, concept én document perfect samen kunnen vallen.

Bert DANCKAERT

‘Photographs’ van Götz Diergarten werd uitgegeven door Hatje Cantz en kost 35 euro. ISBN 978-3-7757-2563-7
Een overzicht van het werk van Götz Diergarten is tot 31 oktober te zien in Weserburg, Museum für Moderne Kunst in Bremen (D). Open van dinsdag tot zondag van 10 tot 18u en op donderdag tot 21u. Toegang 8/5 euro.




Breda Photo

Fototeksten Posted on zo, oktober 10, 2010 21:22:25

Een wereld uit balans

Bredaphoto pakt uit met ijzersterke editie

Tot 24 oktober loopt het tweejaarlijks fotofestival
van Breda. Onder de noemer ‘TILT’ toont een vijftigtal fotografen uit alle
windstreken van de wereld foto’s die het begrip ‘crisis’ onder de loupe nemen.
Naast spectaculaire openluchtpresentaties worden er reeksen en projecten
getoond in de musea en galeries van Breda. Internationale zwaargewichten hangen
er -zonder onderscheid- naast ontluikend talent, geselecteerd uit
foto-opleidingen uit Nederland en Vlaanderen.

Het gaat niet goed met de wereld. Vorig jaar kenden
we een ongeziene bankencrisis die tot vandaag doorzindert. Het klimaat is naar
de maan terwijl overbevolking leidt tot onleefbare megasteden. De storm Katrina
legde de kwetsbaarheid van New Orleans bloot en BP zorgde voor de grootste
olieramp in de wereldgeschiedenis door de ontploffing van het boorplatform Deepwater
Horizon. Bosbranden teisteren de wereld en aan de ‘war on terror’ lijkt geen
einde te komen. We staan op een keerpunt: ofwel gaan we terminaal de bocht uit,
ofwel kantelt de pendule en komt er meer rust.
Monumentaal
De curatoren van ‘TILT’ vertrokken voor deze editie van het fotofestival van de
gespannen positie van onze planeet. Het thema is inhoudelijk zó geladen dat
iedere vrijblijvendheid in de kiem gesmoord wordt. Het affichebeeld komt uit de
serie ‘Hyper’ van de Franse fotograaf Denis Darzacq. We zien mensen vliegen,
hangen en vallen in de supermarkt. Darzacq werkte voor deze opnamen met dansers
die hij vastlegde precies op het moment waarop hun opgaande beweging overging
in een neergaande. Die fictieve ‘stilstaande momenten’ leveren surreële
situaties op van mensen die mentaal en fysiek los lijken te komen van de banale
omgeving van supermarktschappen vol plastieken emmers of pudding. De foto’s
werden voor Bredaphoto afgedrukt op metershoge zeildoeken en in openlucht
opgesteld in het Chassépark. In datzelfde park (waar de meeste
openluchtpresentaties te zien zijn) vinden we ondermeer foto’s over het
cultuur-natuurconflict gezien door Peter Bialobrzeski (D). Zijn nachtopnamen
van Aziatische grootsteden tonen schijnbaar wilde natuur in het artificiële
licht van kranen of straatlantaarns. Van de Canadese fotograaf Robert Polidori
is er een selectie uit het werk ‘After the Flood’ over New Orleans na de
verwoestende doortocht van Katrina met rampzalige overstromingen tot gevolg. Peter
Granser (D) toont er werk uit ‘Signs’ met de conservatieve staat Texas als
achtergrond. We zien lege legerbasissen, wachtend op de al dan niet
terugkerende soldaten uit Irak of een gigantische high-tech kerk. De Zwitser
Yann Gross toont dan weer een positiever verhaal over Oegandese skateboarders
en hun passie. Van Mark van der Zouw en Corné van der Stelt (NL) is er de
aangrijpende fotoreeks ‘Stil-Leven’ met interieurs van mensen die zich in
eenzaamheid volledig verwaarloosd hebben. Bijzonder mooi zijn de foto’s van de
Fin Ilkka Halso. Zijn foto’s nemen de kwetsbaarheid van de natuur als onderwerp.
Halso construeert beelden van onbestaande futuristische mega-serres waarin de
mens de laatste restanten van vegetatie tracht te conserveren. Chris Jordan
(VS) toont landschappen van computeronderdelen, autowrakken of gsm-opladers.
Van diezelfde Jordan vinden we ook een meer bescheiden presentatie in Breda’s
Museum: ‘Midway’ is een serie van dode vogels, half vergaan met hun magen vol
plastic dopjes, aanstekers en andere troep die wellicht hun leven voortijdig
beëindigde. De tegengestelde spanning tussen de bijzonder verleidelijke
esthetische beelden en hun gruwelijke inhoud, komt zo mogelijk nog sterker tot
uiting in het werk van Olaf Otto Becker (D). Groenland en het smeltende ijs door
de opwarming van de aarde zijn hier het onderwerp. Het levert feeërieke
landschappen op met wit en fluorescent groen.
Overlevingsconstructies
De Brit Stefan Canham en de Chinese Rufina Wu maakten een werk over een vreemd
soort ‘sloppenwijk’ in Hongkong. Door de onbetaalbare grondprijzen worden nu
ook de daken van flatgebouwen verhuurd. Heel wat gezinnen leven er in zelf in
mekaar getimmerde huisjes. De foto’s worden vergezeld van cynische
architectuurtekeningen van deze bedenkelijke overlevingsconstructies. Op de
binnenplaats van Breda’s museum is er opnieuw een monumentale presentatie te
zien: Charlotte Lybeer (B) toont er het recente werk ‘LARP, taking a holiday
from everydayness’ (2009). LARP staat voor Live Action Role Playing, het is een
sociaal fenomeen waarin mensen zich verkleden in zelfverzonnen personages. Een
hilarische bedoening, geïnspireerd door de (virtuele) wereld van games, films
en fantasy.
Van Carl De Keyzer (B) wordt de sterke serie ‘Trinity’ over de globalisering van
macht en geweld getoond in het Graphic Design Museum. Een andere landgenoot,
Nick Hannes, brengt dan weer ‘Red Journey’ in galerie Ecker. Het is een
reisverslag over voormalige Sovjetstaten, gevangen tussen communistisch
verleden en de harde realiteit van de vrijemarkteconomie.
Tal van andere presentaties zijn terug te vinden op verschillende locaties in
Breda. ‘TILT’ is een betekenisvolle fotografische getuigenis van een wankele
planeet. Zonder te moraliseren stemt het festival tot bezinning en actie.

Bert DANCKAERT

‘Bredaphoto’ loopt tot 24 oktober op verschillende
locaties in Breda. Het ‘centrale punt’ is ondergebracht in de Stadsgalerij, Oude
Vest 34, Breda. Open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17u. Er is een
mooie catalogus beschikbaar voor 24,90 euro. Diverse evenementen, lezingen en
projecten worden georganiseerd tijdens het festival. Alle info op www.bredaphoto.nl


Denis Darzacq, uit de serie ‘Hyper’



John Humble

Fototeksten Posted on zo, oktober 10, 2010 21:19:06

John Humble

Wie na de expo ‘American Documents’ (afgelopen zomer
in Fotomuseum Antwerpen) nog niet genoeg heeft van Amerikaanse fotografie kan
voor een bescheiden extensie terecht in Galerie Stieglitz 19. John Humble
(1944) fotografeerde de afgelopen drie decennia de stad Los Angeles. Het LA J.
Paul Getty Museum publiceerde van dit werk het boek ‘A Place in the Sun’ en een
selectie van deze foto’s is nu te zien in de Antwerpse galerie.
Het werk van Humble past in de lange traditie van fotografen die het stedelijke
landschap als onderwerp nemen. Met de nodige afstandelijkheid en technische
perfectie maakt Humble frontale opnamen van alledaagse stadsrandarchitectuur,
al dan niet bevolkt door toevallige passanten. Zijn werk doet denken aan de
foto’s van Walker Evans en nog meer aan het kleurwerk van Stephen Shore. Humble
is filosoof van opleiding en begon te fotograferen op zijn drieëntwintigste,
tijdens zijn legerdienst in Vietnam. Hij wilde simpelweg zijn ervaringen
documenteren voor het thuisfront, zonder artistieke ambities. Aanvankelijk
werkte hij met een Leica en in zwart-wit. Halfweg de jaren zeventig schakelde
hij over naar grootformaat technische camera en kleurfilm. Het trage werken met
de grote camera levert statische beelden op, langzaam gecomponeerd met urbane
elementen. Humble benadert de hedendaagse grootstad vanuit de complexiteit van
het gegeven. Hij heeft daarbij geen boodschap en wil ons evenmin waarschuwen
dat het allemaal de foute kant op gaat. Zijn beelden vertrekken vanuit een
esthetisch genoegen en een zuiver documentaire ingesteldheid. Humble toont wat
er zich voltrekt, hoe de stad ongecontroleerd uitbreidt, soms licht ironisch
maar steeds nuchter en beschouwend. We zien façades van commerciële gebouwen,
lichtreclames en strepen op het wegdek. Wat Humble ons toont is een
opeenstapeling van de resultaten van wat we ‘samenleven’ noemen, wat zich uit
in een absurd spel van elementen in de publieke ruimte.

Bert DANCKAERT

‘LA Landscape’ van John Humble tot 10 oktober in
Galerie Stieglitz 19, Arthur Goemaerelei 19, 2018 Antwerpen. Open op vrijdag van 16 tot 18u en op zaterdag en
zondag van 14 tot 18u.